Bakery InstitutePraatgrage koekjes

PRAATGRAGE KOEKJES

Praatgrage koekjes, zo worden ze ook wel gekscherend genoemd. We hebben het natuurlijk over kletskoppen. Voor velen behoren deze koekjes tot de categorie “je blijft ervan eten en dan is opeens de koektrommel leeg”. Maar waarom heten kletskoppen eigenlijk kletskoppen?

Begin 1600 beschreef Zaccharias Heyns, een naar Leiden gevluchte Antwerpse drukker, zijn eerste kennismaking met deze krakende koekjes:

‘…….. en sesthien kantelinghen, Dat syn van die platte, ronde dinghen; Die ons de “schorftenhoofden” noemt; Se syn met botter, suijker en caneel bebloemt; Noyt beter cost en hebt ghy gheten!’

De “kanteling” of “schorftenhoofd” zoals dit koekje ook wel werd genoemd was in die tijd een exclusief Leids koekje.

Om als meesterbakker toegelaten te worden tot het bakkersgilde, moest een leerling het maken van dit koekje beheersen om de ultieme bakproef te doorstaan.

Het maken van het beslag voor de koekjes was immers niet zo gemakkelijk:

“Twee delen suijker met een weinig water samen met een half deel botter, een deel meel, wat zout en een half lood caneel aangemengd, maar niet te langhe roeren, anders wordt de kanteling te dick en te hard”

Langzaam werd het recept aangepast naar de kletskoppen zoals wij ze nu kennen. Er werden amandelen aan toegevoegd voor meer smaak behalve in oorlogstijd. Toen kozen de bakkers voor havermout omdat er geen amandelen te koop waren. Tegenwoordig zie je ze ook vaak met pinda’s.

Naast de zoete variant, is er ook een hartige variant van oude overjarige (Goudse of Parmezaanse) kaas. Lekker bij de soep of ter decoratie bij het voorgerecht.

Maar dan nu toch echt even over de naam. Zoals Zaccharias Heyns al beschreef in zijn gedicht heeft de naam minder smakelijke associaties.

Een kletskop wordt ook wel een zeer hoofd genoemd waarbij het voornamelijk gaat om een zeer besmettelijke huidziekte aan het hoofd, ook wel favus genoemd. In België noemen ze het daarom kaal hoofden.

Daarnaast was een kletskop vermoedelijk vroeger de bijnaam voor een inwoner van Leiden en staat kanteling voor het dun gebakken koekje.

Kortom het blijft een koekje met een bijzonder verhaal.

Bij Bakery Institute bakten wij deze week naast dit knapperige koekje ook nog een aantal typische Hollandse koekjes zoals Alkmaarse jongens en kokosmakronen.

Deze week stond in het teken van de duo-opdracht waarbij we meerdere producten gebakken hebben volgens een eigen planning waaronder:

  • Café Noir Bolgebakjes
  • Café Noir Desserttaarten
  • Macarons met een vulling van cappuccino en cassis
  • Moskovisch wintertaartje
  • Citroencake
  • Hazelnootcake
  • 4 soorten koeken
  • Madeleines
  • Financiers
  • Tartelettes met abrikoos en pistache
Top