Inmiddels is bladerdeeg in vrijwel elke winkel kant-en-klaar te koop. Dat is handig, maar wat is het een feestje om het zelf te maken. Een dingetje…. je geduld wordt wel op de proef gesteld….
Wachten, uitrollen, wachten, uitrollen, wachten, uitrollen, wachten, uitrollen. In bakkerij termen wordt dit ook wel “toeren” genoemd maaaaaar als het dan zover is, heb je wel 2187 laagjes flinterdun deeg met zachte roomboter en kan het echte werk beginnen.
Saucijsjes, appelflappen, zoute stengels, kaasvlinders, fruitschelpjes en natuurlijk onze fameuze tompouce. De Fransen noemen dit gebakje ook wel een “mille feuille” oftewel 1000 laagjes. Nee… bladerdeeg mag wat mij betreft niet ontbreken in de patisserie!
En nu vragen jullie je af… wie heeft zo’n duizendlaagjesdeeg ooit bedacht?
Nou, het is ontstaan in Frankrijk, waar het ook wel “pâte feuilletée” wordt genoemd. Het werd in 1645 per toeval uitgevonden door Claudius Gele, een leerling-bakker. Hij wilde een brood bakken voor zijn zieke vader en kneedde boter in het deeg. Hij vouwde het meerdere malen en maakte er vervolgens een brood van.
Toen de banketbakker hem deze bereiding had zien maken, zei hij hem het brood niet te bakken omdat de boter er dan uit zou smelten. Toch was Claudius koppig en besloot het te bakken. Zo was de voorganger van het bladerdeeg, zoals wij dat nu kennen, geboren!
Uiteindelijk vertrok Claudius naar Parijs om bij Rosabau Patisserie te gaan werken. Daar verfijnde hij zijn recept en maakte het deeg tot een succes binnen de Franse patisserie.
Het deeg vond uiteindelijk ook zijn weg naar de lage landen waar wij er zowel zoet als hartig mee bakken.
Bij Bakery Institute bakten wij afgelopen week:
Wat is jouw favoriete recept met bladerdeeg?
Cookie erbij?
Annies cookies zijn zo lekker dat zelfs jouw browser erom vraagt! Maar geen zorgen, we bewaren alleen de kruimels die jouw online ervaring verbeteren. Jouw persoonlijke data wordt niet gebakken of gedeeld.